Over ons
|
|
|
Domein
Oude Abdij Drongen is van oorsprong een imposante Norbertijnenabdij. Het waren de Norbertijnen die de basisvorm van de huidige abdij met pandgang, kapittelzaal, refter, en calefactorium (open haard) bouwden. Buiten kweekten zij groenten en fruit in een grote tuin.
Het domein is een tiental hectaren groot en is gelegen in een meander van de schilderachtige Leie op vijf kilometer van Gent. Het geheel kent met vallen en opstaan een bewoning van elf eeuwen.
Vanaf de 19de eeuw betrokken de jezuïeten het domein. Aanvankelijk was het een vormingshuis voor jonge roepingen en vervolgens werd het een bezinningscentrum, eerst voor mannen, later ook voor vrouwen en jongeren. Voor dit doel werd een extra vleugel gebouwd.
De infrastructuur van het huis is afgestemd op de ontvangst van kleine en grote groepen. Het huis beschikt over drie kapellen, een tiental zalen, vier eetzalen, en zeventig tweepersoonskamers met sanitair op elke kamer.
Gasten vinden er het nodige comfort in een rustige omgeving die zowel tot stilte als tot activiteit aanspoort.
Het gebouw met het hele domein errond is sinds 1998 een beschermd monument. Lees meer hierover op de website Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap.
Het domein is een tiental hectaren groot en is gelegen in een meander van de schilderachtige Leie op vijf kilometer van Gent. Het geheel kent met vallen en opstaan een bewoning van elf eeuwen.
Vanaf de 19de eeuw betrokken de jezuïeten het domein. Aanvankelijk was het een vormingshuis voor jonge roepingen en vervolgens werd het een bezinningscentrum, eerst voor mannen, later ook voor vrouwen en jongeren. Voor dit doel werd een extra vleugel gebouwd.
De infrastructuur van het huis is afgestemd op de ontvangst van kleine en grote groepen. Het huis beschikt over drie kapellen, een tiental zalen, vier eetzalen, en zeventig tweepersoonskamers met sanitair op elke kamer.
Gasten vinden er het nodige comfort in een rustige omgeving die zowel tot stilte als tot activiteit aanspoort.
Het gebouw met het hele domein errond is sinds 1998 een beschermd monument. Lees meer hierover op de website Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap.
Geschiedenis
De Oude Abdij Drongen weerspiegelt in het water van de Leie. Het tafereel ademt rust uit. Aan de andere zijde is de Oude Abdij omgeven door de stilte van een Engelse tuin. Wie naderbij komt, ziet de indrukwekkende abdijgebouwen. Dat de tand des tijds zijn sporen naliet, is niet te verwonderen. Van de oorsprong tot vandaag telt deze plek elf eeuwen geschiedenis. Weinig religieuze sites in Vlaanderen kunnen op een zo lange en unieke, maar ook complexe geschiedenis terugblikken.
DE LEGENDE
Het echte verhaal van de Oude Abdij Drongen begint pas in de tiende eeuw. Vroegere sporen, zoals de stichting door een koning Basinus of door de missionaris Amandus in 606, dienen naar het rijk der legenden te worden verwezen. Het bestaan van een kanunnikengemeenschap vanaf 915 staat wel min of meer vast. In dat jaar liet Boudewijn II van Vlaanderen er de relieken van Sint-Gerolf uit Merendree onderbrengen om de grafelijke stichting een extra stimulans te geven.
NORBERTIJNEN
In 1138, werd de stichting van Iwein van Aalst, een abdij te Salegem, naar Drongen overgebracht. De kanunniken die de stichting uitmaakten, namen de Premonstratenzerregel over. U weet dat de Norbertijnen of Witheren in 1120 door de H. Norbertus te Prémontré gesticht werden. Bij de Witheren uit Salegem voegden zich ook ordebroeders uit Laudun (bij Poitiers, Frankrijk). De abdij herbergde een vijftigtal bewoners die zich vooral aan zielzorg en landbouw wijdden: ze bebouwden gronden en ontgonnen bossen, moerassen en turfgebieden tot in Zeeland, Maldegem en het Waasland. Ze bezaten verschillende pastorijen in de omliggende en verdere gebieden.
Het wapenschild toonde een witte zwaan drijvend tussen lis, met de spreuk vita brevis - het leven is kort. Vanaf de 29ste abt, Petrus de Block, gestorven in 1544, voerde elke abt een eigen wapenschild met bijhorende leuze. In 1552 werd de nieuwe kerk gebouwd.
In 1566 had de abdij sterk te lijden onder de Beeldenstorm. In 1578 werden de paters verdreven door de Gentse Calvinisten. De abdij werd vervolgens geplunderd, openbaar verkocht en grotendeels gesloopt. De paters vonden onderdak in hun stadshof of refugehuis "Hof van Drongen" te Gent. De bezittingen kwamen in handen van Willem van Oranje. Oranjes erfgenamen echter schenken de bezittingen die in beslag genomen waren in 1609 terug.
Vanaf 1638 worden de abdijgebouwen heropgebouwd.
Onder abt Claudius Steuperaert wordt in 1698 de abdij voltooid en verhuist de gemeenschap van 31 Norbertijnen opnieuw van Gent naar Drongen. Men spreekt van de tweede stichting van Drongen. De abt kiest als wapenschild een eend op het water drijvend en als leuze Non sine spinis - niet zonder doornen.
Een zware brand, door een onweer veroorzaakt, vernielt in 1727 de toren, de peperbus. De heropbouw is voltooid in 1734.
1n 1796 dringt de Franse Revolutie in onze gewesten door. De abdij wordt afgeheven en op 1 juni 1797 worden de Norbertijnen door de Franse sansculotten verjaagd. De paters gaan werken in de parochies. De abdij wordt door de Franse regering genationaliseerd en te koop aangeboden.
De huidige parochiekerk dateert van 1859. De oude, tweebeukige kerk die in het huidig slop tussen de nieuwe kerk en de abdij stond, werd gesloopt. Daardoor staat de toren nu in het verlengde van de kerk i.p.v. vroeger ernaast.
DE LEGENDE
Het echte verhaal van de Oude Abdij Drongen begint pas in de tiende eeuw. Vroegere sporen, zoals de stichting door een koning Basinus of door de missionaris Amandus in 606, dienen naar het rijk der legenden te worden verwezen. Het bestaan van een kanunnikengemeenschap vanaf 915 staat wel min of meer vast. In dat jaar liet Boudewijn II van Vlaanderen er de relieken van Sint-Gerolf uit Merendree onderbrengen om de grafelijke stichting een extra stimulans te geven.
NORBERTIJNEN
In 1138, werd de stichting van Iwein van Aalst, een abdij te Salegem, naar Drongen overgebracht. De kanunniken die de stichting uitmaakten, namen de Premonstratenzerregel over. U weet dat de Norbertijnen of Witheren in 1120 door de H. Norbertus te Prémontré gesticht werden. Bij de Witheren uit Salegem voegden zich ook ordebroeders uit Laudun (bij Poitiers, Frankrijk). De abdij herbergde een vijftigtal bewoners die zich vooral aan zielzorg en landbouw wijdden: ze bebouwden gronden en ontgonnen bossen, moerassen en turfgebieden tot in Zeeland, Maldegem en het Waasland. Ze bezaten verschillende pastorijen in de omliggende en verdere gebieden.
Het wapenschild toonde een witte zwaan drijvend tussen lis, met de spreuk vita brevis - het leven is kort. Vanaf de 29ste abt, Petrus de Block, gestorven in 1544, voerde elke abt een eigen wapenschild met bijhorende leuze. In 1552 werd de nieuwe kerk gebouwd.
In 1566 had de abdij sterk te lijden onder de Beeldenstorm. In 1578 werden de paters verdreven door de Gentse Calvinisten. De abdij werd vervolgens geplunderd, openbaar verkocht en grotendeels gesloopt. De paters vonden onderdak in hun stadshof of refugehuis "Hof van Drongen" te Gent. De bezittingen kwamen in handen van Willem van Oranje. Oranjes erfgenamen echter schenken de bezittingen die in beslag genomen waren in 1609 terug.
Vanaf 1638 worden de abdijgebouwen heropgebouwd.
Onder abt Claudius Steuperaert wordt in 1698 de abdij voltooid en verhuist de gemeenschap van 31 Norbertijnen opnieuw van Gent naar Drongen. Men spreekt van de tweede stichting van Drongen. De abt kiest als wapenschild een eend op het water drijvend en als leuze Non sine spinis - niet zonder doornen.
Een zware brand, door een onweer veroorzaakt, vernielt in 1727 de toren, de peperbus. De heropbouw is voltooid in 1734.
1n 1796 dringt de Franse Revolutie in onze gewesten door. De abdij wordt afgeheven en op 1 juni 1797 worden de Norbertijnen door de Franse sansculotten verjaagd. De paters gaan werken in de parochies. De abdij wordt door de Franse regering genationaliseerd en te koop aangeboden.
De huidige parochiekerk dateert van 1859. De oude, tweebeukige kerk die in het huidig slop tussen de nieuwe kerk en de abdij stond, werd gesloopt. Daardoor staat de toren nu in het verlengde van de kerk i.p.v. vroeger ernaast.
LIEVEN BAUWENS
In 1804, tijdens de eerste industriële revolutie, bracht Lieven Bauwens zijn tweede katoenspinnerij naar de Drongense abdij. De weefgetouwen stonden in de huidige pandgangen. Bauwens zelf bewoonde met zijn familie de vroegere abtswoning. Reeds in 1811 moest Bauwens de fabriek sluiten.
In 1804, tijdens de eerste industriële revolutie, bracht Lieven Bauwens zijn tweede katoenspinnerij naar de Drongense abdij. De weefgetouwen stonden in de huidige pandgangen. Bauwens zelf bewoonde met zijn familie de vroegere abtswoning. Reeds in 1811 moest Bauwens de fabriek sluiten.
JEZUÏETEN
In 1837 kochten de jezuïeten een gedeelte van de abdijgebouwen om er hun noviciaat te vestigen. De overige gebouwen bleven tot 1848 eigendom van een kleurstoffenfabriek.
Oude Abdij Drongen herbergt vanaf dan het noviciaat (opleiding in het geestelijk leven o.l.v. een novicemeester), het juvenaat (studie van de klassieke talen) en het derde noviciaatsjaar, dat de twaalfjarige opleiding afsluit. Gedurende dit derde jaar noviciaat bestuderen de paters en broeders de constituties van de orde en doen zij een dertigdaagse retraite, de Geestelijke Oefeningen van Ignatius.
In 1878 wordt de nieuwe neogotische kapel, gebouwd door architect baron Jean-Baptiste Béthune, ingewijd. Vanaf 1880 wordt onder impuls van graaf de Bergeyck het retraitehuis gebouwd, aan de kant van de Pontbrug.
Tijdens de beide wereldoorlogen was de abdij een schuilplaats voor burgers en vluchtelingen en een verblijfplaats voor soldaten: kazerne en/of hospitaal, en dit afwisselend voor de beide oorlogvoerende legers. In het vrij gebleven gedeelte vingen de paters vluchtelingen en burgers op.
Op 2 november 1918 dynamiteerden de Duitsers de kerktoren gedeeltelijk.
Vanaf het einde van de jaren vijftig wordt de opleiding van jonge jezuïeten in de Oude Abdij afgebouwd. Het junioraat verhuist in 1959, het "derde jaar" en het noviciaat in 1968. Zo werd de hele abdij bezinningscentrum, op één vleugel na, de voormalige abtswoning, die een rusthuis voor bejaarde paters werd.
In 1971 werd in een vleugel de pluralistische volkshogeschool De Sirkel opgericht; ze werd opgeheven in 1980. Een aantal jaren later, in 1988, werd voor het eerst in de geschiedenis van het bezinningscentrum een lekendirecteur aangesteld en tien jaar later werd de hele site van de abdij als monument beschermd.
In 1837 kochten de jezuïeten een gedeelte van de abdijgebouwen om er hun noviciaat te vestigen. De overige gebouwen bleven tot 1848 eigendom van een kleurstoffenfabriek.
Oude Abdij Drongen herbergt vanaf dan het noviciaat (opleiding in het geestelijk leven o.l.v. een novicemeester), het juvenaat (studie van de klassieke talen) en het derde noviciaatsjaar, dat de twaalfjarige opleiding afsluit. Gedurende dit derde jaar noviciaat bestuderen de paters en broeders de constituties van de orde en doen zij een dertigdaagse retraite, de Geestelijke Oefeningen van Ignatius.
In 1878 wordt de nieuwe neogotische kapel, gebouwd door architect baron Jean-Baptiste Béthune, ingewijd. Vanaf 1880 wordt onder impuls van graaf de Bergeyck het retraitehuis gebouwd, aan de kant van de Pontbrug.
Tijdens de beide wereldoorlogen was de abdij een schuilplaats voor burgers en vluchtelingen en een verblijfplaats voor soldaten: kazerne en/of hospitaal, en dit afwisselend voor de beide oorlogvoerende legers. In het vrij gebleven gedeelte vingen de paters vluchtelingen en burgers op.
Op 2 november 1918 dynamiteerden de Duitsers de kerktoren gedeeltelijk.
Vanaf het einde van de jaren vijftig wordt de opleiding van jonge jezuïeten in de Oude Abdij afgebouwd. Het junioraat verhuist in 1959, het "derde jaar" en het noviciaat in 1968. Zo werd de hele abdij bezinningscentrum, op één vleugel na, de voormalige abtswoning, die een rusthuis voor bejaarde paters werd.
In 1971 werd in een vleugel de pluralistische volkshogeschool De Sirkel opgericht; ze werd opgeheven in 1980. Een aantal jaren later, in 1988, werd voor het eerst in de geschiedenis van het bezinningscentrum een lekendirecteur aangesteld en tien jaar later werd de hele site van de abdij als monument beschermd.
Wie meer wil weten, leest: De Oude Abdij van Drongen, elf eeuwen geschiedenis
Uitg. Oude Abdij van Drongen vzw, in samenwerking met KADOC Leuven. Onder redactie van Johan Decavele, Jan De Maeyer, Patricia Quaghebeur en Paul Trio. (2006).
Te koop op het onthaal: € 55
Uitg. Oude Abdij van Drongen vzw, in samenwerking met KADOC Leuven. Onder redactie van Johan Decavele, Jan De Maeyer, Patricia Quaghebeur en Paul Trio. (2006).
Te koop op het onthaal: € 55
In een notendop:
915: In Drongen bestaat een kanunnikengemeenschap. Dat jaar worden de relieken van Sint-Gerolf naar Drongen overgebracht.
1138: De kanunnikengemeenschap neemt de regel van de Norbertijnen (gesticht in 1120) over.
1578: Gentse Calvinisten verdrijven de paters. De abdij wordt geplunderd en gedeeltelijk vernield.
1638-1698: Heropbouw van de abdij.
1797: Tijdens de Franse Revolutie worden de paters uit de abdij verjaagd.
1804: Industrieel Lieven Bauwens opent een katoenweverij in de abdijgebouwen. In 1811 moet hij deze fabriek reeds sluiten.
1837: De jezuïeten kopen een deel van het abdijdomein. Het gebouw wordt voor de opleiding van de jonge religieuzen gebruikt.
1878: Jean-Baptiste Béthune ontwerpt en bouwt de neogotische kapel.
1880: Begin van de bouw van de retraitehuisvleugel (A-vleugel)
1968: Noviciaat (twee jaar proeftijd voor novicen) en tertiaat (een derde jaar na de studieopleiding) verhuizen. Groepen op bezinning komen en gaan. Ook verenigingen en organisaties met een eigen programma zijn welkom.
1988: Aanstelling van de eerste lekendirecteur.
1998: De hele site van de abdij wordt als monument beschermd.
1138: De kanunnikengemeenschap neemt de regel van de Norbertijnen (gesticht in 1120) over.
1578: Gentse Calvinisten verdrijven de paters. De abdij wordt geplunderd en gedeeltelijk vernield.
1638-1698: Heropbouw van de abdij.
1797: Tijdens de Franse Revolutie worden de paters uit de abdij verjaagd.
1804: Industrieel Lieven Bauwens opent een katoenweverij in de abdijgebouwen. In 1811 moet hij deze fabriek reeds sluiten.
1837: De jezuïeten kopen een deel van het abdijdomein. Het gebouw wordt voor de opleiding van de jonge religieuzen gebruikt.
1878: Jean-Baptiste Béthune ontwerpt en bouwt de neogotische kapel.
1880: Begin van de bouw van de retraitehuisvleugel (A-vleugel)
1968: Noviciaat (twee jaar proeftijd voor novicen) en tertiaat (een derde jaar na de studieopleiding) verhuizen. Groepen op bezinning komen en gaan. Ook verenigingen en organisaties met een eigen programma zijn welkom.
1988: Aanstelling van de eerste lekendirecteur.
1998: De hele site van de abdij wordt als monument beschermd.
Recente geschiedenis in beeld
BEZINNINGSCENTRUM: HET BEGIN
|
VERVLAAMSING VAN HET BEZINNINGSWERK
|
VERNIEUWINGEN NA 1960
|
DE JAREN 1980 TOT 2014
|